De diëtist bij de behandeling van diabetes type 2

Heeft de diëtist een centrale rol bij de behandeling van type 2 diabetes? Dit was de openingsvraag van de dagvoorzitter bij de opening van het symposium “De centrale rol van de diëtist bij de behandeling van type 2 diabetes”. Helaas gingen in de zaal slechts een paar handen omhoog. De diëtist heeft die rol dus nog niet…

Gelukkig vindt Hanno Pijl, internist en diabetoloog bij het LUMC (Leids Universitair Medisch Centrum) dat wij die rol wel moeten vervullen. “De meerderheid van de patiënten met diabetes mellitus type 2 kunnen hun ziekte omkeren door anders eten en een gezondere leefstijl.” Pijl bekijkt de toename van diabetes type 2 vanuit een evolutionair oogpunt. Onze hersenen zijn in verhouding groot en hebben veel glucose nodig. We halen glucose uit koolhydraten. Vanuit de evolutie zijn we relatief insulineresistent geworden, om zo glucose snel door de hersenen te kunnen laten opnemen. Insulineresistentie betekent dat onze lichaamscellen de insuline niet goed herkennen en meer insuline nodig hebben om het glucose uit het bloed op te nemen. Als onze lichaamscellen het glucose uit het bloed opnemen, hebben onze hersenen er dus minder van. Dat was in de oertijd ongewenst, omdat wij toen weinig koolhydraten aten. Hierdoor ging het beschikbare glucose dus naar de hersenen. Dat was indertijd een voordeel. Maar in de huidige tijd, waarin we veel suikers eten, is deze insulineresistentie niet handig. Het bloedglucose wordt zo hoog dat wij er te hoge glucosewaarden van krijgen. Daarbij worden bij vetopslag door de vetcellen hormonen aangemaakt die de insulineresistentie bevorderen. Zo raken wij steeds meer uit balans. “Onze voeding bevat teveel koolhydraten en te weinig vetten”, zegt Pijl. “Wie vetten eet, krijgt geen stijging van het glucosegehalte en insuline.

Het is echt een misverstand dat je van vet eten dik wordt.” Pijl beveelt zijn patiënten in het LUMC een voeding aan met een beperkte hoeveelheid koolhydraten, geen snelle suikers, groenten en een ruime hoeveelheid vet in de vorm van noten, vette vis en olijfolie. Ook volle zuivel hoort in zijn adviezen, met name de gefermenteerde zuivel zoals yoghurt en kwark. “Er is steeds meer bewijs dat we niet bang hoeven te zijn voor verzadigd vet”, zegt Pijl. “Wat wél blijft staan is dat onverzadigde vetzuren de beste keuze zijn”. Henk Bilo, internist in Zwolle, hield een prikkelend betoog over de behandeling van diabetes type 2 door de diëtist. Hij benadrukte dat diabetes type 2 veel meer voorkomt bij mensen met een laag opleidingsniveau en minder inkomen en dat de diëtist de advisering daarop moet aanpassen. De diëtist kan de adviezen aanpassen aan de cultuur, opleiding en het budget. Ook neemt zij de patiënten mee naar een goedkope supermarkt voor praktische adviezen. Marcel Temminghoff van marktonderzoeksbureau GfK presenteerde de resultaten van een studie onder 578 mensen met diabetes type 2. Opmerkelijk is dat 87% van de patiënten zegt dat ze een voedingsadvies hebben gekregen, maar slechts de helft daarvan kreeg dat van de diëtist. Het zou mooi zijn als diëtisten een minder vrijblijvende plek hebben in de ketenzorg voor mensen met diabetes type 2. Slechts 34% van de onderzochte diabeten zegt een dieet te volgen. En dat is, gezien bovenstaande, een ongewenste situatie. Met voedingsaanpassingen valt veel te winnen.

De diëtist maakt een advies op maat, die afgestemd is op uw persoonlijke situatie. Wilt u meer weten? Neem dan contact op met Irene van der Vuurst, diëtist Libra, tel. 06-11276810. Ook gevestigd in medisch centrum Buitenhove

logovlak